WaterApplicatieCentrum: Terugblik Online Webinar “Waterlaboratorium van de Toekomst” 25 juni 2021

De aard van de werkzaamheden en de omgeving van waterlaboratoria ontwikkelt zich snel. Enkele kernwoorden gerelateerd aan de huidige ontwikkelingen en trends zijn: (enorm veel) data, privacy, automatisering/robotisering, chemische en effect analyses, biologische samples, next generation sequencing, etc. De vraag is wat deze trends betekenen voor:

  1. De wijze waarop (nieuwe) medewerkers op water laboratoria moeten worden opgeleid en getraind
  2. De inrichting en infrastructuur van water laboratoria.

In een online workshop zijn ruim 35 betrokkenen uit de water(lab)sector met elkaar in gesprek gegaan in hoeverre deze trends nu al effect moeten hebben op het dagelijks handelen binnen de waterlaboratoria, maar ook in de manier waarop investeringen in mensen en apparatuur zou moeten plaatsvinden en hoe onderwijs (MBO en HBO) hier aan kunnen bijdragen. De drie inleiders gaven hun visie op de vraagstelling.

Wat willen we weten, wat kunnen we meten?

Peter vd Maas (Hogeschool Van Hall Larenstein – lector duurzame watersystemen en WaterLab Noord Waterkwaliteit) gaf in zijn presentatie met als titel “Wat willen we weten, wat kunnen we meten?” aan dat ‘de Drinkwaterregeling” weliswaar het wettelijke kader is dat aangeeft welke stoffen geanalyseerd moet worden, met vastgestelde normen, maar het aantal antropogene stoffen neemt nog steeds enorm in aantal toe: afkomstig uit o.a. landbouw, chemie, farmaceutische industrie. Veel van deze stoffen komen op een of andere manier in ons (afval- en oppervlakte) water en mogelijk ook in het drinkwater; neem bijvoorbeeld de toename van antibiotica resistente micro-organismen of medicijnresten. Werken onze afvalwaterinstallaties ook goed tegen deze verontreinigingen of zijn er nieuwe technieken nodig? Het is ondoenlijk om op al deze (nieuwe) parameters te meten. Het is de verwachting, maar ook noodzaak, dat waterlaboratoria meer kennis moeten vergaren, innovatief moeten zijn in methodieken-ontwikkeling en flexibel moeten zijn, willen we de waterkwaliteit goed kunnen monitoren en de toenemende risico’s kunnen beheersen.

Waterkwaliteit als spiegel van de samenleving

Mevr. Heike Schmitt (RIVM en adviseur Wetsus) presenteerde overtuigende data in haar presentatie “Waterkwaliteit: spiegel van de samenleving”, over “big brown data”: het riool wordt geacht een ondergrondse afspiegeling te zijn van wat zich bovengronds afspeelt. In een case studie werd ingegaan op het COVID-19 surveillance programma waarbij er met 316 lokaties een fijnmazig analyseweb is opgezet om de ontwikkeling van de pandemie te volgen. Dit vereiste een nauwe samenwerking met tal van stakeholders waar waterlaboratoria een cruciale rol vervulden. Op zich was deze COVID-19 detectie niet een primeur, het was reeds eerder gerealiseerd met een antibioticaresistente bacterien surveillance. Mevr Schmitt betoogde dat rioolwater-analyse zeer geschikt is voor het opsporen van zelden voorkomende pathogenen. In Nieuwe Hoeven loopt momenteel een pilot Vital Zone waar een monitoringsysteem wordt opgezet voor COVID-19, antibioticaresistentie en geneesmiddelen. Op deze wijze is de pijn van een wijk terug te vinden in het water: afbraakproducten van pijnstillers worden bijvoorbeeld teruggevonden in het rioolwater en maakt medicijnresten als spiegel voor (on)gezondheid. Samen met GGD, gemeente, zorg etc. worden de resultaten geduid en wordt gekomen tot een handelingsperspectief voor bijv. zorgverleners. Omdat het rioolwater van grote groepen mensen of woonwijken gaat en niet individueel is terug te leiden, heeft de WMO (Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek) er over gezegd dat rioolwater surveillance niet WMO-plichtig is. De conclusie luidde dat waterkwaliteit al spiegel van de samenleving veel kansen biedt, maar er is ook behoefte aan validatie. Dat leidt ertoe dat er behoefte is aan brede opleiding van laboranten en bredere inzetbaarheid van (aangepaste) laboratoria.

Belangrijke competenties en vaardigheden voor de medewerker van de toekomst

Tot slot ging Marije IJszenga (Waterexpertisecentrum Vitens; Teammanager Chemie) in op “Belangrijke competenties en vaardigheden voor de medewerker van de toekomst”. Marije onderschreef de conclusies van Peter van der Maas en Heike Schmitt dat er veel ontwikkeling gaande is en dat de laborant van vroeger niet meer dezelfde kan zijn als die van straks. Vitens heeft in samenwerking met het CIV Water nagedacht over de competenties van de laborant: Flexibel, Innovatief, Samenwerken, Communicatie, Accuraat, Adviseren en Resultaatgericht. En Innovatief-zijn en goede Communicatie-eigenschappen worden hierin wel als zeer belangrijk gezien: voor het individu maar ook voor teamontwikkeling. Vitens vindt het nodig om de analist klaar te stomen voor de snel veranderende wereld en hem/haar begrip bij brengen over hoe en waarom stoffen worden gemeten. De samenwerking tussen microbiologie/chemie en inzicht in de verbinding tussen de afdelingen, wordt in toenemende mate belangrijk om zodoende mee te groeien met de ontwikkelingen en te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. En uiteraard is opleiding belangrijk voor de bewustwording van eigen talenten en daarmee duurzame inzetbaarheid te kunnen realiseren. Voor leidinggevenden betekent dit coachen op talent en zelf ook mee-ontwikkelen, immers de snel veranderende water-wereld gaat het hele bedrijf aan! Vitens heeft de overtuiging dat opleiding en ontwikkeling van medewerkers een belangrijke pijler is om “water voor nu en later” te garanderen.

TEAMS-discussie

In de aansluitende sessies werd met de inleiders verder gediscussieerd over het waterlab van de toekomst. Deelnemers herkenden de urgentie die geschetst werd door Peter van der Maas (waterveiligheid en risicobeheersing), de mogelijkheden die riooldata ons geven en wat al deze ontwikkelingen betekenen voor laboratoria en haar medewerkers: technisch maar ook zeker qua communicatie en innovatief vermogen op alle nivo’s. tegelijkertijd bleek dat dit onderwerp zich later dit jaar nog eens leent voor een fysieke bijeenkomst met meer tijd voor discussie en conclusies. Hopelijk zijn de COVID-19 riooldata dan weer zodanig dat dat we elkaar weer in levende lijve kunnen ontmoeten.

Namens het organiserend team: Rob van der Meer (Wetterskip Fryslan), Monique Musch (Vitens), Jan Willem Schoonen (Wetsus), Marco Verkaik (CIV-Water), Marije Strikwold (HVHL), Koos Oosterhaven (WaterApplicatieCentrum)

Bron: WaterApplicatieCentrum/Koos Oosterhaven