Hydroscope: Uitdagingen legionelladetectie in biologische afvalwaterzuiveringen

In 2018 werd voor het eerst in Nederland een legionella-uitbraak in verband gebracht met een afvalwaterzuivering. Sindsdien zijn afvalwaterzuiveringen niet alleen in Nederland, maar ook internationaal steeds vaker onderwerp van brononderzoek. Hydroscope heeft inmiddels meer dan vijftig van deze zuiveringsinstallaties onderzocht. Van de 25.000 legionellamonsters die Hydroscope neemt, zijn er ongeveer 2.000 afkomstig van afvalwater.

Het belang van zorgvuldige monsterneming

Het detecteren van legionella in afvalwater is een uitdaging, omdat afvalwater zeer veel bacteriën en andere micro-organismen bevat. Hierdoor is het lastig om een betrouwbare legionella-analyse uit te voeren. Vaak zitten er grote verschillen in legionellaconcentraties tussen de verschillende monsternamerondes. Hydroscope neemt deel aan het TKI-onderzoeksproject ‘Betrouwbare Detectie en Legionellabeheersing in Afvalwaterzuiveringen’, waarin onderzoek wordt gedaan naar verschillende detectietechnieken. Binnen dit onderzoek benadrukt Hydroscope vooral het belang van zorgvuldige monsterneming. Het bemonsteren van afvalwater is namelijk veel complexer dan het bemonsteren van drinkwater.

Representatieve monsterneming volgens NEN 6600-1

Om een representatief monster te verkrijgen, volgt Hydroscope de richtlijnen van NEN 6600-1, welke de monsternamestrategie bij afvalwater beschrijft. Het is belangrijk om vooraf de locaties in de afvalwaterzuivering te bepalen waar een representatief en homogeen monster kan worden genomen. De norm beschrijft een voorkeursvolgorde voor het selecteren van geschikte monsternamepunten. Bij voorkeur wordt het monster genomen bij een aftapkraan. Als dit niet mogelijk is, wordt het monster uit de afvalwaterstroom genomen. In sommige gevallen, zoals bij beluchte bassins waarin legionella zich kan verspreiden door aerosolvorming, worden de monsters vaak uit het bassin geschept. De monsterfles wordt in een fleshouder geplaatst en twintig centimeter onder het water gebracht. In sommige gevallen kan een loslatende fles voor problemen op de zuivering zorgen. Uit voorzorg wordt het monster dan, indirect, middels een monsternameschep genomen.

Snel en zorgvuldig transport legionellamonsters

Legionellamonsters moeten binnen 48 uur, maar bij voorkeur binnen 24 uur, naar het laboratorium worden gebracht voor analyse. Het komt voor dat legionella in een verzamelmonster wordt onderzocht. Een verzamelmonster kan echter al een dag oud zijn alvorens Hydroscope een monster uit het verzamelvat neemt. Dit betekent dat het afvalwatermonster extra snel moet worden getransporteerd.

Legionella in slibfractie afvalwater

Legionella bevindt zich grotendeels in de slibfractie van het afvalwater. Om dit te onderzoeken worden er twee monsters tegelijk genomen. Eén monster blijft goed gemengd, terwijl in het andere monster eerst het slib wordt bezonken, waarna de waterfractie wordt geanalyseerd. Het verschil tussen de twee monsters geeft inzicht in de concentratie van legionella in de slibfractie.

Consistente monsterneming noodzakelijk

Het is van groot belang om bij elke monsternameronde dezelfde procedures te volgen als in voorgaande rondes. Hydroscope documenteert de monsterlocaties met foto’s, zodat monsters altijd op dezelfde plaats in het proces worden genomen. Het monsternameplan beschrijft ook de conditie van de zuiveringsinstallatie. Zo moet het monster telkens worden genomen met de beluchting aan.

Gekwalificeerde monsternemers

Het nemen van afvalwatermonsters vereist specifieke kennis. Hydroscope heeft circa 30 monsternemers, waarvan er zes een extra training hebben gevolgd. Na uitgebreide toetsing hebben zij een kwalificatie gekregen voor het nemen van afvalwatermonsters. Om die kwalificatie te behouden moeten er voldoende monsters worden genomen en volgt een jaarlijkse audit. Deze monsternemers hebben uitgebreide kennis van zuiveringen en analysetechnieken.

Meetonzekerheid

Om de meetonzekerheid van afvalwatermonsters te beoordelen, heeft Hydroscope onlangs een statistisch onderzoek uitgevoerd. Duplomonsters werden op hetzelfde moment genomen en geanalyseerd door twee verschillende monsternemers, herhaald op dezelfde monsterpunten met tussenpozen van enkele weken. De monsters werden geanalyseerd met de kweekmethode, en anders dan verwacht bleek de meetonzekerheid met 8,3% vrij laag te zijn.

Bron: Hydroscope