Nederland groot in kleinschalige waterbedrijven

 

dijkWoestijnen rukken op, meren vallen droog en steeds vaker vinden er grote overstromingen plaats. Ook groeit de wereldbevolking, stijgt de welvaart en groeien de steden. Meer afvalwater vraagt om verwerking en de vraag naar schoon drinkwater stijgt. De watersector is dus een bedrijfstak met toekomst. Sterker nog, wie praat met Hein Molenkamp, de CEO van Water Alliance, of met Cees Buisman, de wetenschappelijk directeur van Wetsus, weet: de watertechnologie bruist.

De Water Alliance is een samenwerkingsverband tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Een netwerk van honderd MKB-bedrijven, gevestigd op de Watercampus in Leeuwarden, die zich richten op de innovatieve watertechnologie. De Watercampus is één van de waterhubs in de wereld, naast hubs in Singapore, Israël en de VS. Ook Wetsus is hier gevestigd. Wetsus doet al twaalf jaar toepassingsgericht onderzoek naar alles op watergebied. Watertechnologie is volgens Buisman groots in innovatie en in kleinschaligheid. Om aan te geven hoezeer de watersector versnipperd is, meldt hij dat de grootste multinational in de sector een marktaandeel heeft van 6 procent. In de Nederlandse watersector gaat zo’n twee miljard euro om. “Daarmee zijn we wereldwijd de grootste speler.” De sector uit zich in veelzijdigheid. “Iedereen heeft water nodig”, verklaart Buisman. Er is een tekort, een overschot, of de kwaliteit is niet in orde. Vandaar ook de diversiteit aan bedrijven. Bedrijven die elkaar nodig hebben en elkaar op nationaal niveau vinden binnen de Water Alliance en op internationaal vlak binnen Wetsus.

Sectoroverschrijdende technologie

De Nederlandse expertise in de nichemarkten is internationaal zeer gewild. De watertechnologiesector is daarmee niet alleen grensoverschrijdend, maar ook sectoroverschrijdend. Landbouw en voedselproductie zijn belangrijke partners. “Daar is water essentieel bij elk onderdeel van de keten. Van productie tot consumptie.” Maar ook de industrie, de consument, de natuur… “Water is nu eenmaal overal én overal belangrijk”, stelt Molenkamp van Water Alliance.

Om inzicht te geven in de complexiteit maakt Molenkamp een onderverdeling tussen waterkwantiteit en -kwaliteit. “Bij kwantiteit heb je het over het aanleggen van dijken, het beschermen en ontwikkelen van havens en over het oppompen en winnen van water in droge gebieden, maar ook over het conserveren van water.” Waterkwaliteit heeft te maken met het zuiveren van drink-, proces- en afvalwater. Het mooie aan de sector, schetst hij verder, is dat er welhaast geen duurzaamheidsbeleid voor nodig is. “Watertechnologie is per definitie duurzaam. In een biobased economy moet nu eenmaal efficiënt met water worden omgesprongen.”

Oneindig veel mogelijkheden

Over waterzuiveringstechnologie gesproken: de hoeveelheid innovaties is schier oneindig. Vraag ernaar bij Buisman en hij is haast niet te stoppen. Hij is lyrisch over rioolwater, dat tegenwoordig zo ver gezuiverd kan worden dat het weer te drinken is. “De Rijn is zeven keer door een Duits toilet geweest voor het Nederland binnenkomt. En in het westen van het land wordt dat water weer gedronken.” Maar het riool is niet alleen afval, het is tegelijkertijd een mijn waaruit hoogwaardige stoffen gewonnen worden. En dan wordt er nog gespeeld met het winnen van energie die vrijkomt tussen zout en zoet water. “Een soort waterbatterij.” Elke niche vergt een specialistische technologie. De campus krijgt duizenden opdrachten per jaar om technologieën te testen en innovaties door te ontwikkelen. Kleinschaligheid is inherent aan deze sector. Deze MKB-bedrijven hebben echter wel degelijk een exportdrive, benadrukt Molenkamp. “En dat is weer goed voor de BV Nederland.”

Bron: Nieuwe Milieutechnieken, oktober 2016. Bijlage van het Financieele Dagblad.