Wetterskip Fryslân en het Balkster bedrijf Paques (leden van Water Alliance) stappen in een proeffabriek die bioplastic maakt met rioolslib, voedselresten en industrieel afvalwater.
De installatie die eind volgend jaar moet draaien, komt op het terrein van het Dordrechtse afval- en energiebedrijf HVC. Andere deelnemers in het project zijn de waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Hollandse Delta en Scheldestromen evenals het kenniscentrum STOWA.
De feitelijke plasticproductie wordt gedaan door bacteriën in het rioolslib. Die storten zich op vetzuren in het afvalwater en kunnen leren deze als reserves op te slaan. Dat doen ze in de vorm van PHBV, een natuurlijke polyestervariant. Die kan naderhand worden teruggewonnen in de vorm van een poeder waarvan plasticproducten te maken zijn.
Zelfoplossende plantenpotjes
Dit bioplastic kan door bacteriën in de natuur weer volledig worden afgebroken, zowel in de grond als in zoet en zout water. Dat maakt toepassing mogelijk in zelfoplossende plantenpotjes. ,,De ferwachting is no dat de ôfbraaktiid ûngefear in jier wêze sil’’, zegt procestechnoloog Yede van der Kooij van het Wetterskip. Een andere optie is de toepassing in zogenaamd zelfhelend beton voor kelders en tunnels. Het bioplastic zorgt er in deze betonvariant voor dat scheurtjes vanzelf dichttrekken.
Van der Kooij werkt in Leeuwarden al sinds 2014 aan het proces, waarvoor het waterschap destijds een verbond sloot met een Zweeds bedrijf. In 2016 kwam de landelijke samenwerking op gang. Die dreigde anderhalf jaar geleden te stokken na de afwijzing van een Europees subsidieverzoek, maar intussen is het project van 4,5 miljoen euro vlot getrokken, zegt Otto van der Galiën, dagelijks-bestuurslid van het Wetterskip.
De vijf waterschappen investeren ieder 500.000 euro in de fabriek, die moet laten zien dat een industriële aanpak uiteindelijk haalbaar is. Van der Galiën: ,,Yn it lyts hat dit proses him wol bewiisd, mar we kinne aanst echt kilo’s draaie, om ek serieus te sjen kinne nei kommersjele ûntwikkeling. As dat slagget sitte wy op de earste rang.’’
Bron: Leeuwarder Courant