Gevolgen Coronapandemie blijven voelbaar in watertechnologie-sector

Rapportage vierde enquête (september 2020)

Inmiddels wordt duidelijk dat de effecten van de crisis voelbaar worden. Uit de meest recente peiling in september blijkt dat bedrijven nog steeds nadelige gevolgen ondervinden van de Coronapandemie, maar minder dan in juni. Er zijn een aantal opvallende verschuivingen te zien in de maatregelen die bedrijven nemen. Zo is het aantal bedrijven dat medewerker heeft moeten ontslaan is gedaald van 27 naar 22 procent. Daarentegen is het aantal bedrijven dat geen of minder investeringen heeft gedaan gestegen van 22 naar 39 procent.

Sinds begin maart 2020 ziet de wereld er door het Coronavirus (COVID-19) totaal anders uit, de 1,5 meter samenleving is daar een goed voorbeeld van. Naast volksgezondheid is er zorg over de economische impact van deze crisis op onze sector. In een economische vooruitblik die de Europese Commissie op 7 juli publiceerde, wordt voor Nederland in 2020 een economische krimp verwacht van 6.8 procent. Dit raakt elke schakel in de watertechnologiesector: van R&D en productie tot aan verkoop en export.

De WaterCoalitieNL (Water Alliance, NWP en Envaqua) is namens de Topsector Water & Maritiem bezig om een beeld te krijgen van de economische effecten en knelpunten waar ondernemers tegenaan lopen in de branche en waar mogelijk oplossingen te vinden. Hiervoor is er een korte enquête opgesteld die regelmatig wordt uitgestuurd. In september gaven minder bedrijven dan in juni aan nu of binnen twee weken niet meer voldoende werk te hebben voor alle werknemers (-12%). Daarnaast is het aantal bedrijven dat gebruik maakt van de NOW of TOZO regeling gedaald van meer dan 50 procent in mei en juni naar 33 procent in september. Dit is mogelijk te verklaren doordat een groot aantal bedrijven tussen april en juni al een aantal medewerkers heeft moeten ontslaan of contracten niet verlengd heeft. Daarnaast is het aannemelijk dat tijdens de zomermaanden, waarin in Nederland en daarbuiten de maatregelen versoepeld werden, tijdelijk de economische gevolgen van de maatregelen iets afgenomen zijn.

“De regelmatig gehouden enquêtes geven ons goed inzicht wat de gevolgen zijn van de coronapandemie voor de watertechnologie sector” aldus Hein Molenkamp directeur van de Water Alliance. “Dit is voor ons goed te gebruiken in de terugkoppeling naar de overheid. Duidelijk is dat door de grote diversiteit van het bedrijfsleven in grootte, marktsectoren en wel of niet export de gevolgen ook heel erg verschillen. Het is positief dat het aantal bedrijven dat mensen heeft moeten ontslaan of werktijd verkorting heeft moeten aanvragen is afgenomen. En het is goed om te zien dat bedrijven meer R&D investeringen doen dan in juni en mei. Het wordt voor bedrijven die projecten in het buitenland doen wel zorgelijker i.v.m. de aanhoudende reisbeperkingen enerzijds om de acquisitie op nivo te houden en anderzijds om projecten opgeleverd te krijgen. Het is daarom goed om de enquête te blijven continueren de komende periode om ook de effecten op langere termijn te kunnen monitoren” aldus Molenkamp.

Resultaten en trend

Deze rapportage betreft de resultaten van de vierde enquête, uitgevoerd in september 2020 en de trend die zich aftekent.
Voor de enquête zijn 45 bedrijven aangeschreven, hiervan hebben er 29 gereageerd. De onderverdeling per deelsector is als volgt:
– Drinkwater 48%
– Afvalwater 38%
– Proceswater 45%
– Overig 52%
Hiervan heeft 45 procent minder dan 50 medewerkers in dienst.

Van de respondenten heeft 14 procent momenteel niet meer voldoende werk voor alle werknemers of is dit de situatie binnen nu en 2 weken. Dat is 12 procent minder dan de maand juni. Daarnaast verwacht nog eens 10 procent over 2 maanden of later niet meer voldoende werk voor alle werknemers te hebben, ook dat is minder dan het percentage in juni. Opmerkelijk is dat het aantal respondenten dat geen verlies van werk verwacht is gedaald naar 42 procent, tegenover 48 procent van de respondenten in juni. Dit is nog steeds meer dan in de maanden mei en april (resp. 23% en 22%), zie figuur 1.

Figuur 1. Laat zien wat de verwachting is voor de hoeveelheid toekomstig werk om de huidige werknemers aan het werk te houden

 

De respondenten hebben de volgende maatregelen genomen als gevolg van onvoldoende werk. In september heeft 33 procent werktijdverkorting (NOW of TOZO), dit is minder dan in mei en juni toen meer dan 50 procent werktijdverkorting had. Daarentegen is het aantal respondenten dat de medewerkers op andere activiteiten inzet gestegen van 40 naar 44 procent. Het aantal bedrijven dat medewerkers heeft moeten ontslaan of tijdelijke contracten niet heeft verlengd is licht gedaald van 27 procent in juni naar ongeveer 22 procent in september. Het percentage bedrijven dat geen investeringen meer doet is sterk gestegen naar 38 procent, tegenover 27% in juni. Dat is echter nog lager dan het aantal bedrijven in mei, toen gaf 48 procent aan geen investeringen meer te doen. 22 procent van de respondenten heeft medewerkers gevraagd om vakantiedagen te nemen, dit is ongeveer gelijk aan de maanden april en mei, maar 10 procent hoger dan in juni (13%). Zie figuur 2 voor een overzicht. Ten opzichte van vorige maanden laat dit beeld duidelijk zien dat er maatregelen zijn genomen om ondanks het verminderde werk toch door te gaan. Daarbij valt op dat er een verandering is in hoe bedrijven anticiperen op de effecten van de corona pandemie.

Figuur 2. Laat zien welke maatregelen de respondenten al hebben genomen of nog verwachten te nemen doordat er onvoldoende werk is.

Van de respondenten geeft 10 procent aan financiële problemen te hebben. Bijna 7 procent verwacht over 2 maanden of later financiële problemen te krijgen. 52 procent verwacht niet of nauwelijks in financiële moeilijkheden te komen als gevolg van de maatregelen. Dit is een lichte daling t.o.v. juni (55%). Er is een duidelijk verschil te zien met de verwachtingen in mei, toen nog 31 procent verwachtte over twee maanden financiële problemen te krijgen en 42% geen of nauwelijks. De overige respondenten geven aan het nog niet te weten.
Dat nog steeds veel bedrijven geen financiële problemen verwachten, heeft waarschijnlijk te maken met het relatief hoge aantal bedrijven dat geen of minder dan 10 procent omzetverlies heeft (48%). Niettemin is dit een daling t.o.v. juni toen 55 procent geen of minder dan 10 procent omzet had verloren. Ongeveer 10 procent heeft meer dan 40 procent omzet verloren, dit is minder dan in juni, toen had 15 procent meer dan 40 procent omzetverlies. Zeven procent geeft aan dat de omzet is gegroeid vanwege de crisis en maatregelen.

Figuur 3. Laat zien hoeveel omzetverlies de respondenten hebben vanwege de Corona maatregelen.

Voor de bedrijven die producten exporteren is er weinig verandering ten opzichte van de resultaten in juni. Net als in juni geeft 15 procent van de bedrijven aan dat de export geheel is gestopt als gevolg van de coronacrisis. Het aantal bedrijven dat haar export heeft zien groeien als gevolg van de crisis is gedaald naar 7 procent en is daarmee lager dan juni (11%) en nog iets hoger dan mei (4%). Het aantal bedrijven dat geen impact ziet is gedaald van 33 procent in juni naar 22 procent in september.

De belemmeringen die respondenten ervaren als gevolg van de crisis zijn zeer uitlopend, zie figuur 4. Twee problemen blijven veel aanwezig bij de respondenten: klanten annuleren of stellen opdrachten uit en men heeft geen toegang tot de werklocatie (resp. 43%, 34%, 48%).
Het aantal respondenten dat aangeeft dat er verminderde R&D inzet is, is gedaald naar 14 procent. In april, mei en juni was dit nog 30 procent. Over het algemeen kan worden gesteld dat het aantal bedrijven belemmeringen ervaart is gedaald ten opzichte van de maanden april, mei en juni.

Figuur 4. De belemmeringen waar de respondenten tegenaanlopen vanwege de Corona maatregelen.

De coronapandemie heeft bij veel bedrijven voor een efficiëntieslag gezorgd door het digitaal werken, zowel binnen bedrijven als ook met buitenlandse partners. Daarnaast zien bedrijven veel kansen in de verduurzaming van de economie en de rol die water(technologie) hierin kan spelen. Waterkwaliteit, waterbeheer en hygiëne zijn (weer) belangrijke thema’s (geworden).
Meer informatie over de enquête kunt u krijgen bij Jantienne van der Meij-Kranendonk, directeur TKI Watertechnologie (email: j.vandermeij@watercampus.nl).